Waarom is het huidtype belangrijk voor een onderzoek?

Soms zoeken wij gezonde vrijwilligers of patiënten met een bepaald huidtype voor onze onderzoeken. We nemen bij onze huidonderzoeken bijvoorbeeld wel eens een huidbiopt (‘hapje uit de huid’) af. Dit doen we liever niet bij mensen met een donker huidtype omdat deze een verhoogd risico op het ontwikkelen van overmatig littekenweefsel hebben. Om dit te voorkomen laten we alleen mensen met een lichter huidtype meedoen.

Waarom is het huidtype belangrijk voor een onderzoek?

Soms zoeken wij gezonde vrijwilligers of patiënten met een bepaald huidtype voor onze onderzoeken. We nemen bij onze huidonderzoeken bijvoorbeeld wel eens een huidbiopt (‘hapje uit de huid’) af. Dit doen we liever niet bij mensen met een donker huidtype omdat deze een verhoogd risico op het ontwikkelen van overmatig littekenweefsel hebben. Om dit te voorkomen laten we alleen mensen met een lichter huidtype meedoen.

Bij het CHDR worden ook verschillende studies uitgevoerd waarbij pijnmechanismes onderzocht worden en nieuwe middelen die mogelijk op die mechanismes werken. Hiervoor wordt onder andere een model gebruikt, waarbij we kleine stukken van iemand’s huid blootstellen aan UV-B straling. Bij een ander model wordt een laser gebruikt, om met straling pijnprikkels te geven.

De straling die bij beide modellen wordt toegediend, heeft een bepaalde energiewaarde (Joule). Hoe donkerder de huid, hoe meer energie door de huid wordt opgenomen. Teveel energieopname kan schadelijk zijn voor de huid, denk bijvoorbeeld aan te lang in de zon liggen op het strand. Om zeker te zijn dat de huid niet teveel energie opneemt, mogen mensen met een te donkere huid niet meedoen aan deze studies. Voor studies met het UV-B model zijn dit huidtypes IV, V en VI, voor studies met het laser model zijn dit huidtypes V en VI.

Hieronder worden de huidtypen beschreven op basis van de ‘Fitzpatrick classificatie’. Hierbij wordt het huidtype ingedeeld naar de reactie van de huid op ultraviolette straling, er wordt dan ingedeeld naar de mate van verbranding en bruining

Fitzpatrick huidtype I t/m VI

Huidtype I

Bruint: niet
Verbrandt: zeer snel
Roodheid: altijd
Kenmerk: bleke huid, blond of rood haar

Huidtype II

Bruint: langzaam
Verbrandt: snel
Roodheid: soms
Kenmerk: bleke huid, donkerblond tot kastanje bruin haar

Huidtype III

Bruint: makkelijk
Verbrandt: zelden
Roodheid: geen
Kenmerk: licht bruine huid, donker haar, licht Mediterraans

Huidtype IV

Bruint: zeer goed
Verbrandt: nooit
Roodheid: nooit
Kenmerk: donker Mediterraans, licht Aziatisch

Huidtype V

Bruint: zeer goed
Verbrandt: nooit
Roodheid: nooit
Kenmerk: donker Aziatisch

Huidtype VI

Bruint: zeer goed
Verbrandt: nooit
Roodheid: nooit
Kenmerk: Afro-Caribbeans