Wat is multiple sclerose (MS)?
Multiple sclerose (afgekort MS) is een aandoening aan het centrale zenuwstelsel. De zenuwen in het zenuwstelsel sturen onder andere de spieren aan en zorgen ervoor dat je goed kunt bewegen. Zenuwcellen zijn met elkaar verbonden met uitlopers. Om deze uitlopers heen zit een beschermlaagje, dit heet myeline. Bij MS gaat myeline kapot door ontstekingen, waardoor signalen minder goed worden doorgegeven. De ontstekingen ontstaan omdat het afweersysteem door een fout de lichaamseigen myeline aanvalt en kapot maakt. Omdat de hersenen minder goed kunnen communiceren met het lichaam, ontstaan klachten zoals moeite met bewegen.
Welke verschillende vormen van MS zijn er?
MS uit zich bij iedere patiënt op een andere manier. Er zijn drie vormen van MS:
Relapsing-Remitting MS (RRMS)
RRMS komt van alle vormen het meeste voor. Patiënten hebben periodes met aanvallen waarin klachten ontstaan. Tussen deze aanvallen in gaan de klachten vaak (gedeeltelijk) weer weg omdat het lichaam zich weer herstelt. Hoe ernstig de klachten tijdens aanvallen zijn en hoelang de periodes tussen aanvallen zijn is erg verschillend per persoon en is niet te voorspellen. Medicatie kan de kans op nieuwe aanvallen wel verkleinen.
Secundair progressieve MS
RRMS kan overgaan in Secundair Progressieve MS (SPMS). Als iemand langere tijd MS heeft, is het lichaam op den duur niet meer goed in staat om de schade die is ontstaan te herstellen. Iemand gaat steeds meer achteruit, zonder dat er aanvallen zijn. Ongeveer 80% van de mensen met RRMS ontwikkelt uiteindelijk secundair progressieve MS. Ook hier is het per patiënt verschillend of deze overgang van RRMS naar SPMS al vroeg in de ziekte gebeurt, of pas jaren later.
Primair progressieve MS
Bij primair progressieve MS gaat iemand vanaf het begin van de ziekte geleidelijk achteruit. Er zijn geen aanvallen, maar de klachten worden geleidelijk erger. Deze vorm van MS komt voor bij ongeveer 10-15% van de patiënten.
Wat zijn de symptomen van MS?
De symptomen die ontstaan zijn afhankelijk van de plaats in het zenuwstelsel waar de ontstekingen ontstaan. Dit kan erg verschillen per persoon. Klachten die vaak genoemd worden zijn:
- Vermoeidheid
- Oogproblemen (dubbelzien of wazig zien)
- Zwakke of stijve spieren
- Tintelingen of een doof gevoel in het lichaam
- Pijnklachten (spierpijn of zenuwpijn)
- Cognitieve problemen zoals moeite met concentreren of dingen onthouden
- Psychische problemen zoals angst of depressie
Hoe begint MS?
MS begint bij ongeveer 80% van de gevallen eerst met een plotselinge aanval van neurologische klachten. Zo’n aanval duurt minstens 24 uur. Klachten die veel voorkomen tijdens een aanval zijn:
- Vermoeidheid
- Dubbelzien
- Tintelingen
- Verminderde kracht in armen of benen.
Tussen deze aanvallen verdwijnen de klachten vaak weer. Er zijn grote verschillen tussen personen hoelang deze aanvallen duren, hoeveel tijd er tussen aanvallen zit en welke klachten zich voordoen.
Wat zijn de oorzaken van MS?
MS ontstaat door ontstekingen in het zenuwstelsel door het afweersysteem de eigen myeline aanvalt. Door de ontstekingen ontstaat schade aan zenuwcellen waardoor signalen vanuit de hersenen niet meer goed doorgegeven worden. Waarom het afweersysteem myeline aanvalt is niet duidelijk.
Er zijn verschillende factoren bekend die een rol spelen bij het ontwikkelen van MS, en ook bij het verloop van de ziekte.
Belangrijk: Het is belangrijk om te weten dat geen van deze factoren gegarandeerd leidt tot het ontwikkelen van MS: het is altijd een combinatie van verschillende factoren.
Epstein-Barr virus
Het Epstein-Barr virus (EBV) is één van de meest voorkomende virussen. Ongeveer 95% van de mensen draagt dit virus bij zich, maar er ontstaan niet altijd symptomen. Besmetting met het EBV-virus op latere leeftijd kan de ziekte van Pfeiffer veroorzaken. 99% van de patiënten met MS hebben ook het EBV-virus, maar andersom krijgen de meeste mensen die besmet zijn met het virus géén MS. Hoe het komt dat EBV-virus in sommige gevallen wel MS veroorzaakt is niet bekend.
Geslacht en leeftijd
MS komt ongeveer 2 tot 3 zo vaak voor bij vrouwen. MS ontstaat meestal tussen het 20e en 40e levensjaar, maar kan ook na het 50e jaar nog ontstaan. Bij mannen ontstaat MS vaker op latere leeftijd en is het ziekteverloop vaak ernstiger.
Erfelijkheid
MS is niet erfelijk, maar kan wel vaker voorkomen binnen een familie. De ziekte zelf is dus niet erfelijk, maar een verhoogde kans om de ziekte te ontwikkelen wel. Of iemand daadwerkelijk MS ontwikkelt, hangt af van andere factoren.
Leefstijl
Hoe (gezond) iemand leeft heeft invloed op de ontwikkeling van MS. Zo komt MS vaker voor bij mensen met overgewicht en mensen die roken.
Omgevingsfactoren
MS komt vaker voor in koudere landen die verder van de evenaar liggen. Minder zonlicht en een tekort aan vitamine D lijken de kans op MS te vergroten. Hier moet nog verder onderzoek naar gedaan worden.
Hoe wordt de diagnose MS gesteld?
Er kan veel tijd zitten tussen het begin van de eerste symptomen en het vaststellen van de diagnose MS. Veel symptomen die bij MS voorkomen kunnen ook bij andere aandoeningen passen. Symptomen gaan vaak tussen de aanvallen weer een tijd weg. Met klachten ga je altijd eerst naar de huisarts. Uiteindelijk zal een neuroloog in het ziekenhuis verder onderzoek moeten doen om te kijken of je MS hebt. Er is geen specifieke test die kan vaststellen of iemand MS heeft, daarom zijn meerdere onderzoeken nodig.
MRI-scan
Een MRI-scan wordt gedaan om te kijken of er littekens in de hersenen of het ruggenmerg zijn. Deze littekens zijn ontstaan door de ontstekingen in de zenuwcellen. Bij een MRI-scan kan er gebruik gemaakt worden van een contrastvloeistof om specifiek naar actieve ontstekingen op te sporen. Een MRI-scan kan gebruikt worden om het ziekteverloop en de reactie op behandelingen in de gaten te houden.
Ruggenprik (lumbaalpunctie)
Om extra duidelijkheid te krijgen over de diagnose MS kan er een ruggenprik (ook wel lumbaalpunctie) gedaan worden. Met een ruggenprik wordt er hersenvocht afgenomen. In het hersenvocht kan onderzoek gedaan worden naar de aanwezigheid van ontstekingswaarden.
Bloedonderzoek
Soms wordt er bloedonderzoek gedaan. Dit is voornamelijk om te kijken of er geen andere ziekten zijn. Het is niet mogelijk om alleen met bloedwaarden de diagnose MS vast te stellen. Wel kunnen in het bloed bepaalde stoffen gezien worden die met MS te maken kunnen hebben. Dit worden ook wel biomarkers genoemd. Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar hoe we biomarkers kunnen gebruiken om bijvoorbeeld het ziekteverloop of reactie op een behandeling te voorspellen.
Behandeling van MS
Medicijnen
MS is niet te genezen. Er zijn wel medicijnen die de ziekte kunnen remmen en de kans op een nieuwe aanval verkleinen. Deze medicijnen beïnvloeden vaak het afweersysteem. Het kan zijn dat mensen met MS door deze behandeling (tijdelijk) geen aanvallen meer krijgen en geen symptomen hebben, waardoor het lijkt of de MS genezen is. Maar deze medicijnen kunnen helaas niet de geleidelijke achteruitgang van de ziekte remmen. Daarnaast zijn er vormen van MS waarbij deze medicijnen geen tot weinig effect hebben.
Behandelingen
Naast ziekte-onderdrukkende medicijnen kunnen er behandelingen gebruikt worden die gericht zijn op specifieke klachten van MS: bijvoorbeeld pijnstillers bij pijn, of fysiotherapie bij moeite met bewegen. Deze behandelingen kunnen het dagelijkse leven van de patiënt verbeteren.
Onze onderzoeken naar MS.
Momenteel doet het CHDR onderzoek naar het gebruik van medicinale cannabisolie met THC bij mensen met neuropathische pijn (zenuwpijn). Neuropathische pijn komt vaak voor bij MS. Het doel van het onderzoek is om te bepalen welke groepen patiënten met neuropathische pijn baat hebben bij het gebruik van medicinale cannabis. We hopen dat we in de toekomst mensen met zenuwpijn gerichter kunnen behandelen, en dat behandeling met medicinale cannabis wordt opgenomen in de standaard richtlijnen.
Klik hieronder voor meer informatie over het onderzoek:
-
PatiëntenNEUROPATHISCHE PIJNEen onderzoek naar de effecten van een bestaand pijnstillend middel op chronische neuropathische pijn.
- Vanaf 18 jaar
- 5 onderzoeksdagen
- Geen terugkommomenten
- € 0